Gebruik van de pechstrook

De pechstrook mag enkel gebruikt worden in geval van pech of in bepaalde noodgevallen.

Indien je om de één of andere reden genoodzaakt bent om de pechstrook te gebruiken, is het belangrijk om met de volgende zaken rekening te houden:

  • Parkeer uw voertuig uiterst rechts op de pechstrook.
  • Stap zo vlug mogelijk uit het voertuig en laat niemand erin.
  • Het dragen van de fluoriscerende jas is verplicht voor de chauffeur
  • Neem onmiddelijk plaats achter de vangrail.
  • Signaleer het gevaar met alle mogelijke middelen (de gevarendriehoek plaatsen op 100 meter van het voertuig op de snelweg en 30 meter elders, de vier richtingaanwijzigers aanzetten).
  • Steek nooit de snelweg over.
  • Probeer in het geval van een lekke band steeds een parking of afrit te bereiken waar je deze rustig en veilig kan vervangen.
  • Maak bij pech zoveel mogelijk gebruik van uw gsm om de (112) hulp- en/of takeldiensten te verwittigen.
Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer Federale Politie via het contactformulier.