Jozef 'Joe' Aerts is onze senior van de maand juli 2024

Jozef 'Joe' Aerts kan meer dan één straffe anekdote vertellen; hij maakte immers heel wat mee, eerst als paracommando en later bij de Leuvense politie. Lees je mee?

Vlaggendrager

Jozef – maar iedereen zegt Jos of Joe – Aerts heeft sinds zijn geboorte op 21 januari 1945 bijna zijn hele leven in de Gijzelaarsstraat in Leuven gewoond. Nadat hij de ouderlijke woonst had verlaten kocht hij een tijdje later voor hem en zijn "vrouwtje" Godelieve – zeg maar Lieve – een eigen woning enkele huizen verder. Ook het grootste deel van zijn professionele loopbaan speelde zich af in Leuven. Joe was namelijk tot 2003 actief bij de Leuvense politie. Maar eerst had hij wel bijna tien jaar gediend als paracommando bij het 1° Bataljon in Diest. Als para nam hij in 1964 deel aan de ‘Operaties Red & Black Dragon’ in het voormalige Belgisch Congo.

Zeer sportief

Joe was tijdens zijn jeugd al zeer sportief. Hij werd door Willy Kuypers, die in zijn buurt woonde, aangespoord om bij de plaatselijke Chiro te gaan. Dat deed hij op zijn zevende en hij werd er ook leider. Daarnaast was hij lid van een plaatselijke turnclub. Wat de studies betreft, toonde Joe ook dat hij ‘handen aan zijn lijf’ had. Hji studeerde op zijn 17° af in de richting metaal-smid-lasser. Na een jaartje als lasser te hebben gewerkt in het toenmalige Ateliers de la Dyle aan de Vaart, waar allerhande zware metalen constructies werden vervaardigd, meldde hij zich aan voor de legerdienst. 

Bij de para's

embleem 1 para

De selectieofficier zag dat ik een actief en sportief iemand was. Hij stelde mij voor om bij de paracommando’s te gaan. In mijn straat woonden toen ook enkele para’s. Ik vond het een aantrekkelijk voorstel en hapte toe. Maar eerst had ik wel mijn moeder nog moeten overtuigen”, aldus Joe. Op 2 januari 1964 stapte Joe als kandidaat-paracommando de kazerne van Diest binnen. “Ik werd opgeleid als radio-operateur. Eind april kregen we onze rode muts tijdens een plechtigheid op de Grote Markt in Diest. Daarna moesten we naar Schaffen om te leren springen en in Marche-les-Dames bekwaamden we ons in het beklimmen van de rotsen”, vertelt Joe die met veel fierheid terugkijkt op deze periode. 

Operaties Rode en Zwarte Draak

In november 1964 werd milicien Joe op een zondagavond eind november, samen met zijn collega’s para’s, naar de kazerne geroepen. “Waarom wisten we niet. Toen we in Kleine-Brogel op C-130 vliegtuigen van het Amerikaanse leger stapten en scherpe munitie kregen, wisten we dat er iets serieus aan de gang was. Pas op het vliegtuig kregen we onze opdracht te horen. Na een tussenstop op een Amerikaanse basis ging het richting Kamina in Congo waar we enkele dagen stand by bleven op de luchthaven. Tot we op 24 november naar Stanleystad moesten en daar een ‘oorlogsdrop’ uitvoerden, een sprong van op 180 meter.“ Joe trok mee de stad in terwijl anderen de vliegveldbewaking verzekerden. Tijdens de operatie, die een dag later nog eens werd overgedaan in de stad Paulis, werden meer dan 2.000 westerse gijzelaars gered van de opstandige Simbarebellen. Meer weten over de Operaties Rode en Zwarte Draak

Getrouwd met Lieve

Na een tweetal weken waren ‘onze jongens’ terug in hun thuiskazerne. Het militaire leven beviel Joe zo goed dat hij na zijn legerdienst besloot om bij te tekenen. “Maar tussendoor ben ik ook nog snel getrouwd. Op zaterdag 17 april 1965 , de dag voor Pasen, vond het kerkelijk huwelijk plaats. Op paasmaandag moest ik terug naar de kazerne en vertrokken we op oefening. Het jaar nadien volgde ik dan een opleiding tot onderofficier en werd ik sergeant”, zo vertelt Joe die er aan toevoegt dat zijn vrouwtje die eerste jaren wel héél veel alleen is thuis geweest terwijl hij ergens weeral ten velde was.  

Aan de slag bij de Leuvense gemeentepolitie

Het militaire leven bij de para’s was voor iemand met een gezin bijna onmogelijk vol te houden. Joe had ondertussen twee kinderen en wilde graag meer bij hen zijn. “Toen er examens uitkwamen bij de politie van Leuven schreef ik mij in en ik slaagde. Maar mijn militaire chefs weigerden mijn ontslag te aanvaarden. Gelukkig kende toenmalig korpschef van de politie, commissaris Ray Ieven, heel wat volk op de generale staf van het leger. Tot grote verbazing van mijn militaire chefs in Diest moesten ze mij toch laten gaan. En zo startte ik op 1 april 1973 bij de Leuvense gemeentepolitie.”

Joe bij politie

De eerste weken bij de politie moest ik samen met een ancien mijn wijk leren kennen. Ploeg 7 waar ik deel van uitmaakte was verantwoordelijk voor de buurt tussen de Vaartstraat en de Diestsestraat met onder meer de brouwerij Artois en St-Maartensdal. De agenten trokken toen tijdens hun ronde ook nog vaak van café naar café. Ze waren overal gekend en graag gezien. Toen een oudere collega mij moest leren verkeer regelen op het drukke kruispunt aan de Tiensepoort nadat de verkeerslichten daar waren uitgevallen, mocht ik 10 minuutjes toekijken, daarna verdween hij en moest ik de verkeersregeling overnemen. Mijn collega die zat ondertussen al die tijd op café”, herinnert Joe zich zijn eerste dagen bij de politie. 
Na enkele maanden te hebben meegelopen, volgde de politieopleiding in Brussel om daarna als volwaardig agent aan de slag te gaan en mee de interventies te verzorgen. Ondertussen behaalde Joe nog het diploma administratief recht en in 1978 werd hij bevorderd tot inspecteur van politie. 

Wijkinspecteur in Wilsele

De laatste twintig jaar van zijn politieloopbaan was Joe wijkinspecteur in deelgemeente Wilsele, een job die hem zeer beviel. Als wijkagent was hij gekend in zijn buurt en hij kende ook zijn papenheimers. "Regelmatig werden we door collega’s of door bijvoorbeeld de staatsveiligheid gevraagd of we deze of gene persoon uit onze wijk kenden. Dankzij onze contacten met de bevolking wisten we heel goed wat er leefde in de buurt en wie het niet al te nauw nam met de regels.” Ook als wijkagent kwam Joe letterlijk onder vuur te liggen. “In de winter van 1984 probeerde een bende gewapende mannen een bank op de Aarschotsesteenweg te overvallen. Ik kwam er juist langs in een burgervoertuig toen één van die mannen met een geweer in de openstaande geldwagen vuurde op een kluis. 

De bankbediende had de bank snel afgesloten. En de kluis in de geldwagen kon niet worden geopend. De bendeleden stoven weg met hun wagen, zonder buit, en ikzelf die me iets verder had opgesteld vuurde nog een schot af. Ik mocht het nadien wel uitleggen aan de onderzoeksrechter waarom ik gevuurd had”, aldus Joe.

Vlaggendrager

In 2003 was het genoeg geweest en ging Joe op 58-jarige leeftijd  met pensioen. Het politie-uniform werd aan de haak gehangen. Maar zijn liefde voor de paracommando’s, die is nooit verdwenen. Joe is al jarenlang actief lid van de paracommando vriendenkring Leuven. “Ik ben secretaris van de vereniging en ben vaak vlaggendrager van dienst op allerhande vaderlandslievende plechtigheden zoals 21 juli, 11 november, enz. Verder organiseren we allerlei bezoeken aan onder meer bevriende parakringen in Lille en Portsmouth en activiteiten zoals onze jaarlijkse Red & Black Dragon mars in december. De vriendenkring is opgericht om de unieke vriendenbanden die dankzij het paracommandoleven zijn ontstaan te onderhouden. En dat er een hechte band is, bewijst het hoge aantal leden van onze kring. De Leuvense afdeling telt meer dan 130 leden en sympathisanten”, besluit Joe die ondertussen bezig is met de voorbereidingen voor een herdenkingsactiviteit voor 60 jaar operatie Red & Black Dragon. Je zal er dit jaar zeker nog meer van horen!