Fier de politie te vertegenwoordigen (ondanks de blaren)



Onder een loden hitte of kletsnat door de traditionele drache nationale: welk weer het ook is, voor Gottfried Tarara is het elk jaar opnieuw zaak om op 21 juli 'zijn' politiemensen perfect in de maat langs het koninklijk paleis te leiden.

Het bureau van Freddy Tarara - op zijn identiteitskaart staat Gottfried, maar iedereen zegt Freddy, dus doen we dat ook maar - straalt liefde en passie uit voor de politie. De glazen kast puilt uit van de oude kepies, schaalmodellen van rijkswacht- en politiewagens, en andere memorabilia die hij verzamelde sinds hij in 1974 startte bij de toenmalige rijkswacht. Van hier coördineert hij opleidingen bestuurlijke politie en openbare veiligheid, maar organiseert hij ook het jaarlijkse defilé van het eskadron van politiemensen te voet op de nationale feestdag.

Lange voorbereiding

"Neen, het defilé organiseren is geen fulltime job", zegt Freddy. Hij voegt er wel meteen aan toe dat hij met het komend defilé al bezig is sinds september vorig jaar. Wanneer hij op 21 juli op kop van een eskadron politiemensen stapt, is dat het sluitstuk van heel wat voorbereidingen die starten met de keuze van de (aspirant-)agenten die deelnemen. Deze zomer zijn het de studenten van de politiescholen in Jurbise (Henegouwen) en PIVO (Vlaams-Brabant) samen met de aspirant-hoofdinspecteurs van de Nationale Politieacademie.

Bij het defilé komen ook veel praktische aspecten kijken, vervolgt Freddy. Dat varieert van genoeg uniformen in de juiste maten tot de toegangstickets voor familieleden. "Vroeger deelden we die gewoon uit, zodat de ouders van de aspiranten het defilé konden bijwonen op de publiekstribune, maar tegenwoordig moet iedereen eerst gescreend worden. Daarvoor werk ik samen met Binnenlandse Zaken", klinkt het. "Telkens iemand een vraag heeft of een probleem opmerkt in verband met het defilé, belt die mij en is het aan mij om dat op te lossen. Zo steken we er toch veel tijd in."

Ceremoniële dril is vandaag geen onderdeel meer van de basisopleiding van agenten. Wanneer de aangeduide studenten op 18 juli starten aan hun driedaagse training voor het nationaal defilé, is het dan ook allemaal nieuw voor hen. "Ik loop daar rond met een megafoon en sakker weleens, al weten de agenten heel goed dat dat absoluut niet persoonlijk is. Om het helemaal goed te krijgen, stappen we hier op het oefenplein in totaal zo'n twintig kilometer tijdens die drie dagen. Er zijn er ook heel veel die pleisters bij zich hebben voor wanneer ze blaren krijgen: ze geven niet op."

Fier

Wat er kan misgaan? Heel wat, zegt Freddy. Voor de zekerheid grijpt hij gauw wat hout vast. Zo was er die keer dat overvliegende helikopters de marsmuziek overstemden, waardoor niemand nog de cadans kon horen. En het Belgische 'zomerweer' maakt het ook vaak extra uitdagend.

"Ik ben altijd blij als het zonder incidenten verlopen is en iedereen, maar dan ook echt iedereen, terugkijkt met de gedachte 'het is ons gelukt, we hebben het gedaan'", klinkt het. "Eens ze aangeduid zijn als vertegenwoordigers van hun school, als vertegenwoordigers van de politie, dan zijn mensen heel fier. Ik zorg er ook voor dat de sfeer goed is. Het valt me ook op dat er in al die jaren nog nooit iemand ziek uitgevallen is die dag, nog nooit iemand die belde om te zeggen dat hij niet kon komen. Maar de grootste beloning is het applaus. Voor wie dat de eerste keer meemaakt, is dat een heel bijzonder moment."

Tekst: Timothy Vermeir

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Mark Magazine 31

Labels