Persbericht van de directeur generaal van de federale gerechtelijke politie
BRUSSEL, 03/03/2016. - De laatste dagen verschijnen er in enkele media negatieve berichten over de speurders en hun verantwoordelijken van de antiterroristische afdeling van de federale gerechtelijke politie Brussel (OA3). Deze artikelen nopen me, als directeur generaal van de gerechtelijke politie, te reageren.
Onderzoeken tegen terroristische organisaties zijn complex en vergen van de speurders een permanente professionele doorgedreven aandacht. Zo komen er honderden tips binnen en zijn er een pak individuen die, in of rond de desbetreffende dossiers, mogelijk in aanmerking komen om bijzonder opgevolgd te worden. Daarbij moeten we binnen onze rechtstaat er bv. ook op toezien dat er enkel personen gelinkt worden met een terroristisch dossier op basis van degelijke informatie of concrete bewijzen. Geen evidente job dus om prioriteiten te stellen, daarom is er ook permanent overleg met de betrokken magistraten die uiteindelijk beslissen aan welke informatie welke aandacht moet gegeven worden. De OA3 heeft echter al meermaals bewezen dat ze efficiënt werken. Zo werd door hen een aanslag verijdeld door de inval in Verviers en zijn er recentelijk 26 dossiers voor de rechtbank gekomen die allen veroordelingen tot gevolg hadden. Deze resultaten zijn het werk van hun onbegrensde inzet; de terro-speurders stellen alles in het werk om ons land te behoeden voor een aanslag.
Wat betreft het lopende onderzoek van Comité P zijn de leden van de OA 3, zoals de ganse directie-generaal van de gerechtelijke politie, helemaal niet gekant, integendeel: de conclusies van dit -nog niet openbaar- rapport zijn voor hen een opportuniteit om, via deze externe controleorganisatie, hun werking nog aan te scherpen. Uiteraard zullen we volgende week met aandacht de resultaten van dit onderzoek bekijken en de eventuele verbeteringen zeer loyaal uitvoeren.
Uiteraard kan niemand garanderen dat er nooit een incident zal plaatsvinden. De directeur generaal van de gerechtelijke politie en al zijn medewerkers doen er echter alles aan om dit te vermijden.
Wat me als directeur generaal van de gerechtelijke politie stoort is het feit dat deze speurders die permanent het beste geven van zichzelf dan toch geconfronteerd worden met sommige negatieve persberichten die gebaseerd zijn op allerlei onware spookverhalen. Als ik zie welke inspanningen deze politiemensen dagelijks leveren en welke resultaten ze boeken is het mijn plicht hen te verdedigen tegen sommige leugenachtige elementen die soms gebaseerd zijn op 'informatie' van een duistere 'bron' die soms enkel tot doel heeft mijn organisatie in diskrediet te brengen. Ik kan alleen maar sommige media oproepen om voorzichtig om te springen met dergelijke informatie.
Ik kan echter, gehouden aan beroepsgeheim, geen details uit het onderzoek geven om dergelijke onwaarheden te weerleggen daarom verwijs ik graag naar het persbericht dd. 01/03/2016 van de Federale Procureur die reeds aan aantal zaken heeft rechtgezet.
Claude Fontaine
Directeur-generaal