Strenger verbod op verbranding in open lucht.

Vroeger mochten in open lucht nog plantaardige afvalstoffen verbrand worden die afkomstig waren van het onderhoud van tuinen, de ontbossing of ontginning van terreinen en eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden. Sinds 4 oktober 2014 mag biomassa-afval afkomstig van het onderhoud van tuinen onder geen enkele omstandigheid nog in open lucht verbrand worden.

In de wetgeving zijn enkele heel specifieke uitzonderingen voorzien voor verbranding in open lucht:

  • wanneer nodig bij het beheer van bossen, als beheersmaatregel, als fytosanitaire maatregel of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment
  • in natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als fytosanitaire maatregel
  • van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is
  • van droog onbehandeld hout bij het maken van een open vuur (kampvuur jeugdbeweging ed.), en van onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen
  • van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof voor het gebruik van een barbecuetoestel of voor het gebruik van een sfeerverwarmer
  • van dierlijk afval, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten

In een aantal gevallen moet vooraf toestemming gevraagd worden of moet er een melding gebeuren.

Deze nieuwe bepalingen zijn opgenomen in een nieuw hoofdstuk 6.11 in Titel II van het Vlarem.

De afstandsregels uit art. 89 van het Veldwetboek ( o.a. 100 meter van elke bebouwing) en art. 99 van het Bosdecreet blijven onverminderd van kracht.

Labels