Kinderzitje? Vast en zeker!

De verplichting tot het dragen van de veiligheidsgordel (art. 35 van de wegcode) is vermoedelijk de verkeersmaatregel die reeds de meeste mensenlevens gespaard heeft.

Enkele feiten

In geval van een ongeval verplaatsen niet vastgeklikte inzittenden zich onmiddellijk na de impact in het voertuig nog steeds met dezelfde snelheid als voor de aanrijding. Ze worden dan tegen het interieur of tegen elkaar gesmakt met alle nefaste gevolgen van dien. Wie uit het voertuig geslingerd wordt heeft vijf keer meer kans op een fatale afloop dan wie de gordel draagt. Het risico op en de ernst van verwondingen is vele malen lager bij wie de gordel draagt. Zonder gordel bestaat reeds vanaf 20 km. u een risico op overlijden.

Volwassenen kunnen al deze afwegingen maken, kleine kinderen niet. Daarom rust er een grote verantwoordelijkheid op de volwassen schouders wanneer zij in hun auto kinderen aan boord hebben.

De bepalingen in de wegcode lijken op het eerste zicht een beetje ingewikkeld. Er rijzen dan ook vaak vragen over bij politiecontroles. Hoe zit het nu precies?

Wanneer een aangepast zitje?

Kinderen kleiner dan 1.35 m

  • Zij dienen steeds in een aangepast kinderzitje vervoerd te worden.
  • Zij mogen op elke leeftijd ook voorin als ze volgens de voorschriften vastgeklikt zijn.
  • De airbag dient uitgeschakeld te worden indien een speciaal zitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt.

Kinderen groter dan 1.35 m

Verplicht gebruikt van een kinderzitje of de veiligheidsgordel.

Mogen kinderen voorin vervoerd worden?

Hierover bestaan veel misverstanden. Zij mogen op elke leeftijd ook voorin als ze volgens de voorschriften vastgeklikt zijn. De airbag dient uitgeschakeld te worden.

Hoeveel kinderen mag men vervoeren?

In principe is de regel dezelfde als deze voor volwassen passagiers: zoveel als er passagiersplaatsen zijn.

Uitzonderingen

In uitzonderlijke gevallen en over korte afstand mogen kinderen kleiner dan 1.35 m maar jonger dan 3 jaar achterin meerijden indien er onvoldoende aangepaste kinderzitjes zijn. Zij dienen dan wel de gordel te dragen. Indien achteraan geen drie aangepast zitjes kunnen geplaatst worden mag ook een derde kind van 3 jaar of ouder (en - 135 m.) vervoerd worden mits het de gordel draagt.

Speciale gevallen

  • Voertuigen niet uitgerust met veiligheidsgordels

Bv. "oldtimers" van voor 01/01/1987: op zitplaatsen die niet uitgerust zijn met veiligheidsgordels mogen geen kinderen vervoerd worden van minder dan drie jaar. Voorin mogen geen kinderen vervoerd worden die kleiner zijn dan 1.35 m.

  • Taxi's

Ook hier geldt dat kinderen kleiner dan 1.35 m verplicht achterin als er geen aangepast beveiligingssysteem voorzien is.

In taxi's is een aangepast kinderzitje niet verplicht wanneer zij een klant vervoeren.

  • Ongeboren kinderen

Zwangere vrouwen zijn niet vrijgesteld van de gordelplicht (tenzij een bijzondere vrijstelling kunnen voorleggen). Een heupgordel onder de buik is de beste optie.

Hoe zit het met de normen?

Art. 35.1.3 van de wegcode bepaalt dat:

"De veiligheidsgordel en het kinderbeveiligingssysteem worden gebruikt op een wijze die de beschermende werking ervan niet negatief beînvloedt of kan beïnvloeden."

De kinderzitjes dienen dan ook volgens de voorschriften van de fabrikant gebruikt en gemonteerd te worden. Zij moeten voorzien zijn van een goedkeuringsmerk conform de Europese normen R44/03, R44/04 of R129. Bij aanschaf van vooral goedkope en tweedehandse kinderzitjes eventjes nazien of het aan de normen voldoet.

Een overzichtelijke flyer is beschikbaar bij Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid.

Labels