Ik zie, ik zie... niets?

De dagen worden dan wel weer langer, de spitsuren van het verkeer liggen nog in de donkere uren van de dag. Zorg dat je voldoende zichtbaar bent, ongeacht hoe je je verplaatst.

Te voet

Ben je liefhebber van donkere kledij? Met een reflectorband of -stroken in je kleding val je toch voldoende op.

Met de auto

Sinds februari 2011 moeten alle nieuwe personenwagens en kleine bestelwagens dagrijverlichting hebben. Sinds augustus 2012 geldt deze regel voor alle nieuwe voertuigen. Dagrijlichten gaan automatisch aan wanneer de motor gestart wordt en doven automatisch wanneer de bestuurder zijn mistvoorlichten of koplampen aansteekt.

Met de fiets

Een goede fietsverlichting en verkeersveiligheid gaan hand in hand. Als zwakke weggebruiker zijn fietsers kwetsbaar in het verkeer. In het donker lopen zij extra risico wanneer ze niet genoeg opvallen. Het verkeersreglement bepaalt daarom dat fietsen bepaalde uitrustingen moeten hebben zodat ze beter zichtbaar zijn:

  • Elke fietser moet een wit of geel licht vooraan én een rood licht achteraan hebben. Je mag je lichten op de fiets of op je kledij of rugzak bevestigen. In België zijn knipperende lichten toegestaan.
  • De lichten moeten aangestoken worden bij het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en overdag als de zichtbaarheid minder dan 200m is. Het rode achterlicht moet 's nachts, bij helder weer, zichtbaar zijn op een afstand van minimum 100m.

Met de motor

Wist je dat maar liefst 70% van de automobilisten die een ongeval met een motorfiets veroorzaken aangeven dat ze de motorrijder niet of te laat opmerkten? Opvallen op de motor is dus van levensbelang! Gebruik bijvoorbeeld een kleurige, opvallende motoruitrusting en helm. Wanneer je liever donkere kledij draagt, zorg dan op zijn minst voor kleding met reflecterende stroken.

Labels