Voetgangers, laat je zien in het verkeer!

Als voetganger kan je het risico op een ongeval aanzienlijk verkleinen door altijd goed op te vallen op de baan. De andere weggebruikers en zeker automobilisten kunnen je dan tijdig zien en vooral op tijd reageren.

zichtbaarheid
  • Met de juiste kledij kan je het verschil maken, want…



In het donker en ook bij slecht weer is de zichtbaarheid aanzienlijk minder! Het is zelfs zo dat je als voetganger met donkere kleren pas vanop 20 meter zichtbaar bent voor een automobilist die met zijn dimlichten aan naar je toe komt gereden. Als die bestuurder dan 50 km/u rijdt, kan hij nooit op tijd stoppen als je plots voor hem opduikt. Hij heeft immers op een droge weg maar liefst 26 meter nodig om helemaal stil te staan. 



Met lichte, heldere kleren ben je daarentegen al zichtbaar vanop 50 meter.

Maar het is nog veel veiliger om retroreflecterende kleren of retroflecterend materiaal te dragen, want dan ben je al zichtbaar vanop 150 meter en dat is een wereld van verschil! Zelfs tegen 120 km/u kan een chauffeur nog tijdig stoppen, want een auto heeft dan 102 meter nodig om volledig tot stilstand te komen.



Kortom, het is het beste om ’s nachts, maar ook overdag bij slecht weer retroreflecterende kledij te dragen of kleren waarin retroreflecterende elementen zijn verwerkt of waarop je zelf retroreflecterende accessoires hebt aangebracht. Zo val je voor automobilisten van ver op!



En ook als het licht is en de zichtbaarheid goed is, heb je er alle baat bij dat chauffeurs je van ver kunnen zien.

  • Ook de kwaliteit is van belang!



Controleer of de kledij voldoet aan de minimumeisen voor fluorescerend en reflecterend materiaal. Er zijn immers Europese richtlijnen die de kwaliteit ervan bepalen.



Zo moet professionele kledij, die bijvoorbeeld door wegenwerkers wordt gedragen, voorzien zijn van het certificaat EN 20471



Fluohesjes, die worden gedragen voor niet-professionele doeleinden, moeten aan de minder strenge EN 1150-norm voldoen.



Bovendien mag zo’n hesje aan de zijkant geen openingen hebben van meer dan 5 cm.

  • Moeten voetgangers lichtjes dragen?

    Alleen als voetganger op stap



Je bent als individuele voetganger niet verplicht om verlichting te dragen in het donker, ongeacht waar je stapt. Lichtjes zijn vanzelfsprekend een echte aanrader, want ze maken je veel beter zichtbaar! 



Kies bovendien altijd de veiligste plek om te stappen. Als je als voetganger alleen op stap bent, ben je verplicht om de begaanbare trottoirs of verhoogde bermen te volgen en, indien er geen zijn, de begaanbare gelijkgrondse bermen. Zijn er geen begaanbare trottoirs of bermen, dan mogen de voetgangers de andere delen van de openbare weg volgen, zoals bijvoorbeeld parkeerstroken of fietspaden. 



Als je op het fietspad stapt dan moet je uiteraard voorrang geven aan fietsers en bromfietsers. Kan je toch niet anders dan op de rijbaan lopen, dan moet je zo dicht mogelijk bij de linkerrand stappen. 



    In groep op pad met een begeleider



Een groep voetgangers die vergezeld wordt door een leider [1]mag rechts op de rijbaan in rijen stappen en moet, als het donker is en ook overdag bij slechte zichtbaarheid, verlicht zijn. Dat moet links vooraan met een wit of geel licht gebeuren en links achteraan met een rood licht. In geval van een grote, lange groep moet er middenin de groep aan de linkerkant ook nog een wit of geel licht gedragen worden.



Een groep voetgangers met een leider mag ook links op de rijbaan stappen op voorwaarde dat ze uit minstens 5 voetgangers bestaat, die dan wel achter elkaar moeten wandelen. De verlichting, zoals die hierboven beschreven staat, moet in dat geval aan de rechterkant gedragen worden. 



Kies ook nu weer voor de veiligste oplossing en dat is natuurlijk niet altijd de rijbaan!

    En wat als je met een voortbewegingstoestel op pad gaat?

Rijd je met je skateboard, (elektrische) step, monowheel… niet sneller dan stapvoets, dan moet je de regels voor de voetgangers volgen en ben je net als een voetganger verplicht om op de begaanbare trottoirs of bermen te rijden (zie hierboven). 



Als die er niet zijn dan moet je links op de rijbaan rijden en bovendien moet je vooraan rechts een rood licht en achteraan rechts een wit of geel licht dragen. Die lichten mogen in één enkel toestel verenigd zijn.

  • Let op waar je oversteekt! 

Gebruik natuurlijk het zebrapad om over te steken. Wanneer er op minder dan ongeveer 20 meter een oversteekplaats voor voetgangers is, moet je daar oversteken.



In het andere geval doe je dat best daar waar je zelf het andere verkeer goed kunt zien aankomen en waar de anderen jou goed kunnen zien, dus nooit tussen geparkeerde voertuigen, in een bocht, op een helling of onder een brug.

Labels