De autogordel: wie moet hem dragen, waarom en hoe?
In de wet staat dat "de bestuurder en de passagiers van auto's die aan het verkeer deelnemen, de veiligheidsgordel moeten dragen". Maar dit blijkt toch niet zo simpel. De wetgeving probeert rekening te houden met alle mogelijkheden. Er wordt bijvoorbeeld al een eerste verschil gemaakt tussen volwassenen en kinderen.
Kinderen
Voor jonge kinderen heeft men, aangepast aan hun lichaamsbouw en grootte, speciale kinderzitjes ontwikkeld die beter aan hen zijn aangepast dan de klassieke driepuntsgordel. Er bestaan nu vijf types kinderzitjes, in functie van het gewicht van het kind. De wetgever verplicht de ouders om de kinderen - zolang ze kleiner zijn dan 1,35 m - vast te klikken in een zitje dat aangepast is aan hun gewicht. Vanaf een lengte van 1,35 m mogen ze gewoon met de gordel worden vastgeklikt, al wordt een zitkussen nog aangeraden tot ze 1,50 m groot zijn.
Let wel op: als baby's op de passagiersstoel vooraan in een zitje worden vervoerd dan moet de airbag op die plaats worden uitgeschakeld!
In een aantal bijzondere gevallen zijn er uitzonderingen voorzien op de verplichting om kleine kinderen in een speciaal zitje te vervoeren. Die slaan dan op het vervoer per bus of per taxi, of op het occasioneel meenemen van andere dan de eigen kinderen, of als er geen mogelijkheid is om een derde zitje op de achterbank te plaatsen. Bij elk van deze uitzonderingen horen voorwaarden die je kan nalezen in de brochure van het BIVV.
Andere, minder courante gevallen, gaan over het meenemen van kinderen op een bromfiets, een motor, in een zijspan of in een voertuig (ander dan taxi, minibus, bus of autocar) waar niet op alle plaatsen gordels aanwezig zijn. In deze gevallen geldt dat kinderen jonger dan drie jaar niet met een dergelijk voertuig mogen worden vervoerd. Voor kinderen van drie jaar en ouder zijn er beperkingen. Voor meer details verwijzen we naar de informatie die het BIVV verspreidt.
Enkele bijkomende uitzonderingen
Er staat in de wegcode nog een aantal uitzonderingen die vooral van toepassing zijn op volwassenen. Zo moeten bestuurders die achteruit rijden, taxichauffeurs die klanten vervoeren, personen die in het bezit zijn van een vrijstelling en beambten van bpost (die regelmatig moeten stoppen) de gordel niet dragen. Hetzelfde geldt voor bestuurders en passagiers van prioritaire voertuigen in volgende drie situaties: in de nabijheid van de plaats van interventie, als een persoon die een risico inhoudt in het voertuig wordt vervoerd en als ze tijdens de rit medische zorgen toedienen aan een persoon.
Je ziet het al: op de eenvoudige regel dat men de gordel moet dragen in de wagen, bestaan heel wat uitzonderingen. In een aantal bijzondere gevallen valt de verplichting weg of is het verboden om kleine kinderen te vervoeren. Als je regelmatig of zelfs maar af en toe kinderen vervoert, moet je je goed informeren. Dat is in de eerste plaats erg belangrijk voor de veiligheid van de kinderen, maar ook voor je portefeuille. De minimumboete voor het niet dragen van de gordel bedraagt 110 euro voor volwassenen en 165 euro in het geval van een kind dat niet of niet correct is vastgeklikt.
Bron: Secunews