10 goede reflexen voor bestuurders in de winter

De winterse kou is het moment om enkele tips en trucs in herinnering te brengen voor als je met de wagen gaat rijden. Temperaturen rond het vriespunt, bladeren die nog op het wegdek liggen, risico op ijzel, mistbanken en een verminderde zichtbaarheid overdag zijn de omstandigheden waarop elke weggebruiker moet anticiperen als hij zijn verplaatsingen veilig wil uitvoeren. 

Winterbeeld

Dit zijn alvast 10 goede reflexen die je achter het stuur moet hanteren om veilig de winter door te komen. In winterse omstandigheden rondrijden is niet altijd een pretje en het is noodzakelijk om je gedrag aan te passen. Dit zijn de 10 zaken die je moet doen achter het stuur om zonder problemen veilig te rijden in winterse omstandigheden.

 

1. Je voorruit ijsvrij maken

Voor je vertrekt is het belangrijk om je hele voorruit te ontdooien. Het levert je mogelijk een boete van 174 euro op als je het niet doet. Enkel het ijslaagje op 20 vierkante centimeter wegkrabben is niet voldoende. Het zorgt er immers voor dat je als bestuurder onvoldoende kunt zien en dat je gezichtsveld verkleint.

 

2. Comfortabele kleren en schoenen dragen

Rondrijden met een dikke winterjas aan en/of met laarzen tegen de sneeuw kan ervoor zorgen dat je rit oncomfortabel wordt. Het kan ook gevaarlijk zijn omdat je bewegingen erdoor beperkt worden.

 

3. Het weerbericht raadplegen

Het KMI geeft regelmatig waarschuwingen over het weer in geval van gevaarlijke omstandigheden. Het is dus belangrijk om er rekening mee te houden vooraleer je de weg op gaat.

 

4. Je rijstijl veranderen

Je bent verplicht je rijstijl aan te passen in de winter. Te dicht op je voorganger rijden is in alle seizoenen een ongepast gedrag dat je moet vermijden, maar zeker in de winter. De reden is simpel: de wegen zijn vochtiger en de remafstand vergroot als de wegen gladder liggen. Zelfs bij droog weer, moet je deze preventieve veiligheidsmaatregel volgen.

 

5. Bruuske manœuvres vermijden

In de winter is het extra aangewezen om kalm te rijden en bruuske manœuvres te vermijden. Als je moet uitwijken, iemand voorbijsteken of een bocht nemen, doe dat dan voorzichtig en langzaam.

Elke bruuske beweging kan ervoor zorgen dat je gaat slippen.



6. Een ‘overlevingskit’ tegen de kou meenemen

Het is altijd handig om een aantal ‘hulpstukken’ bij te hebben: een krabber om de voorruit ijsvrij te maken, een doek om de aangedampte ruiten en de vuile koplampen proper te maken, een zaklamp, een overlevingsdeken en water voor in het geval dat je lang vast komt te staan.



7. De cruise-control niet gebruiken

Zelfs als de weg droog ligt, heeft de winter vaak verrassingen voor ons in petto. Bij gladde wegen is het best om je cruise-control niet te gebruiken. Je riskeert immers dat hij veranderingen in de wegligging niet detecteert.

 

8. Extra voorzichtig zijn bij open ruimtes.

Wees vooral voorzichtig op de bruggen, waar de temperatuur altijd lager is dan elders. Hier is de kans het grootst op ijsplekken.



9. De mogelijkheden van je winterbanden niet overschatten

In geen enkel geval is het de bedoeling dat je met winterbanden risico’s gaan nemen. Iedereen moet een verantwoorde rijstijl aannemen die aangepast is aan de weersomstandigheden.

 

10. De technische staat van je voertuig controleren

De batterij, het onstekingsmechanisme en de elektrische voeding zijn zeer gevoelig voor de koude. Je moet ze dus best controleren voor de grote kou eraan komt. Vergeet ook zeker niet het vloeistofniveau van je antigel te controleren en de kwaliteit van de bladen van je ruitenwisser. Die slijten meer door het effect van ijs op de voorruit.



Bron: Vias Instituut 

Labels