Winterbanden: hoe gebruikt u ze?
In België schaffen meer en meer automobilisten zich uit eigen beweging winterbanden aan, terwijl sommige van onze buurlanden (Duitsland in 2010 en het Groothertogdom Luxemburg in 2012) beslist hebben om ze, net zoals een aantal Noordse landen, verplicht te maken. Deze trend is logisch: alle tests tonen immers aan dat, zodra de temperatuur onder de 7°C zakt, een winterband veel betere prestaties levert dan een zomerband en dat zowel op besneeuwde wegen als op een droog en nat wegdek.
Nuttige tips waarmee u het meeste voordeel uit uw winterbanden kunt halen:
- Als u winterbanden koopt, voorzie uw voertuig dan van een stel (4) identieke banden en controleer of ze een recente productiedatum (DOT-code) hebben.
- Respecteer de bandendruk die door de constructeur wordt aanbevolen en controleer ook regelmatig deze bandenspanning (als de banden koud zijn!).
- Neem nooit risico's, zelfs al rijdt u met winterbanden: regen, sneeuw en ijzel vergroten immers de remafstand, zelfs voor voertuigen met ABS.
- Beperk het gebruik van winterbanden tot de echte winterperiode, want boven 7 °C verslijten ze sneller dan zomerbanden.
- Controleer na elke winter de profieldiepte van de banden (ter herinnering: de wettelijk voorgeschreven pofieldiepte is minimaal 1,6 mm). In vergelijking met een nieuwe winterband (profieldiepte van 8 mm), vergroot de remafstand met 50% vanaf 4 mm en zelfs met 70% vanaf 2 mm profieldiepte.
- Houd er ook rekening mee dat de levensduur van een band 5 tot 7 jaar bedraagt en dat hij nooit ouder mag zijn dan 10 jaar.
Hoe kunt u ze efficiënt opslaan?
- Banden zonder velgen: rechtop staand en maandelijks een kwartslag draaien; stapel ze niet op elkaar en hang ze niet op.
- Banden op velg: hangend of plat liggend (4 op elkaar mag); bewaar ze niet rechtop staand.
Bron: Claude De Bruyn, Christian Arnould, Werner Van Cant, http://www.secunews.be/nl/news.asp?ID=391