De vuurwapens herdenkingen 14/18 worden weldra weer vergunningsplichtig

Het dragen van vuurwapens in het kader van historische reconstructies en optochten tijdens de honderdjarige herdenking van de oorlog 1914-1918 in België werd onder strikte voorwaarden toegelaten. Deze wapens mogen slechts tot het einde van 2018 vrij voorhanden worden gehouden. Kunnen particulieren en verenigingen ze nadien verder behouden?

De voorwaarden opgelegd door het koninklijk besluit van 2 april 2014

Om deze vergunningsplichtige vuurwapens uitzonderlijk vrij voor handen te mogen houden gedurende de herdenkingen, moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn:

  1. De vuurwapens moeten van de modellen zijn die in de oorlog 14/18 werden gebruikt door de legers van landen die op Belgisch grondgebied hebben gestreden. 
  2. Machinegeweren of draagbare mitrailleurs moeten volgens de Belgische wettelijke normen geneutraliseerd zijn of omgebouwd zijn tot niet-verboden wapens.
  3. Niet-draagbare mitrailleurs en ander zwaar militair materieel dat verboden is door artikel 3 §1, 3° van de wapenwet, moeten gedemilitariseerd zijn volgens de normen die in hun land van herkomst gelden.
  4. De drager van het wapen mag geen scherpe munitie bijhebben en de wapens mogen er niet mee geladen worden. Het afvuren van aangepaste blanke patronen is toegelaten, maar enkel wanneer dit in het draaiboek werd vastgelegd.
  5. De wapens zijn eigendom van een vereniging die ze, onder haar toezicht, ter beschikking stelt van haar leden en van personen die zich bij haar aansluiten. Deze vereniging moet in het land van herkomst minstens schriftelijk opgericht zijn, met de deelname aan historische optochten of reconstructies tot doel.

    Indien het wapen eigendom is van de persoon die het draagt, moet deze persoon lid zijn van of zich aansluiten bij zo'n vereniging.
  6. Voor en na de optocht of reconstructie worden de wapens veilig bewaard door de verantwoordelijken van de vereniging. Zij houden een volledige en gedetailleerde inventaris van de wapens bij, die werd nagekeken door de politie van hun plaats van herkomst.
  7. Minstens twee weken vooraf moeten de lokale politie en de burgemeester op de hoogte zijn gebracht over de optocht of reconstructie, het draaiboek, de deelnemers en de betrokken wapens.

De organisator van de optocht of reconstructie is de contactpersoon voor de lokale overheden en de deelnemende verenigingen. Hij neemt kennis van de voornoemde inventaris en van de deelnemerslijst. Hij gaat na of de aangekondigde wapens verantwoord zijn. 



Hoe deze wapens behouden na 31 december 2018?

Punt 9 van artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 april 2014 bepaalt de voorwaarden tot het verder in bezit houden van deze wapens. Vanaf 1 januari 2019 mogen deze vuurwapens enkel nog voorhanden worden gehouden door hetzij de verenigingen met het oog op gelijkaardige activiteiten, hetzij voor wederuitvoer door buitenlandse verenigingen, hetzij voor het verkrijgen van een vergunning tot voorhanden hebben van het wapen door een particulier om deel te nemen aan latere historische, folkloristische, culturele of wetenschappelijke activiteiten.



Deze vergunning moet door de particulier ten laatste op 31 december 2018 aan de provinciegouverneur worden aangevraagd, gestaafd door een attest van deelname afgeleverd door de organisator van de herdenkingsactiviteit. Als wettige reden geldt het artikel 11§3.9°f van de wapenwet. Deze vuurwapens blijven vergunningsplichtig wanneer ze worden overgedragen.



Indien de bezitter zijn vuurwapen wenst te laten neutraliseren door de Proefbank om het verder als vrij-verkrijgbaar wapen te behouden, dient hij hiervoor vooraf een attest bij de lokale politie aan te vragen.

Bron: Secunews

Danny BOYDENS

Politiecommissaris o.r.

Labels