Wandel je nu best links of rechts?
De regel is dat voetgangers gebruik maken van het voetpad of een berm indien er geen voetpad aanwezig is.
Als voetpad en berm ontbreken mag er ook gebruik gemaakt worden van parkeerplaatsen en het fietspad, al blijven fietsers op het fietspad dan wel voorrang behouden.
Indien je op de rijbaan moet gaan wandelen dan doe je dit aan de linkerkant van de weg.
Indien je op de rijbaan moet gaan wandelen dan doe je dit aan de linkerkant van de weg. Op deze manier zie jij het aankomend verkeer en merken zij jou het snelst op.
42.1. De voetgangers gebruiken in volgorde van aanwezigheid de volgende toegankelijke en begaanbare delen van de openbare weg:
1° het trottoir of het deel van de openbare weg gesignaleerd door het verkeersbord D9, D10 of D11;
2° het deel van de openbare weg gesignaleerd door het verkeersbord D13;
3° de verhoogde berm;
4° de gelijkgrondse berm;
5° de parkeerstrook;
6° de zijdelingse strook;
7° het fietspad;
8° de rijbaan.
Wanneer de voetgangers de rijbaan volgen, houden ze zich zo dicht mogelijk bij de rand van de rijbaan.
Ze gaan links ten opzichte van de door hen gevolgde richting wanneer ze de rijbaan of de zijdelingse stroken volgen, of rechts wanneer veiligheidsredenen het rechtvaardigen.
Wanneer voetgangers het fietspad volgen, verlenen zij doorgang aan de andere weggebruikers die zich hierop bevinden.
Bron: artikel 42 KB 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.