Het verschil tussen stilstaan en parkeren en de algemene parkeerregels

Onze politiezone en de gemeentebesturen slaan de handen in elkaar om het aantal foutparkeerders terug te dringen en zo de verkeersveiligheid in beide gemeenten te verhogen. 

De verkeersregels rond stilstaan en parkeren blijken niet altijd even duidelijk . Wij verduidelijken samengevat de regelgeving, want voor de volledigheid kijk je het best op www.wegcode.be.  

In dit artikel hebben we het over het verschil tussen stilstaan en parkeren en geven we de algemene regels mee die op dat vlak gelden. In een volgend artikel leggen we de focus op de plaatsen waar het stilstaan en het parkeren verboden is. 

1. Het verschil tussen stilstaan en parkeren 

Het verschil tussen stilstaan of parkeren heeft niets te maken met het feit hoe lang je stil staat, of je motor nog draait, of wat dan ook. Stilstaan en parkeren zijn gedefinieerd in de regelgeving:  

Stilstaan doe je enkel wanneer je iemand laat in- of uitstappen of je auto in- of uitlaadt, of dat nu 1 minuut of 1 uur duurt. Parkeren doe je wanneer je langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen of in- of uitladen.  

Voorbeeld: Snel even een krant kopen in een krantenwinkel is dus parkeren, al duurt dit slechts één minuut. Ook wanneer iemand uitstapt om een krant te halen en jij blijft zitten achter het stuur (al dan niet met je motor draaiende), is gelijk aan parkeren. Ben je daarentegen je boodschappen aan het uitladen, al duurt dit 10 minuten, sta je heel die tijd stil.  

Noot: het gelijktijdige gebruik van de vier richtingaanwijzers van een auto is slechts toegelaten in de volgende omstandigheden: om onder andere de andere weggebruikers te wijzen op een dreigend gevaar voor een ongeval, een voertuig dat in panne staat of bij verlies van lading op de openbare weg. Dus niet om in- of uit te laden.  

Stilstaan is dus ook niet hetzelfde als stoppen voor een rood verkeerslicht of in de file. In het laatste geval neem je nog altijd deel aan het verkeer. Dit betekent o.a. dat het gebruik van de GSM (in de hand houden) aan een verkeerslicht niet is toegelaten. 

2. De algemene regels 

Stilstaan en parkeren doe je in principe op een parkeerstrook of als er een berm is, op die berm. Binnen de bebouwde kom mag je niet parkeren op de verhoogde berm, mag het enkel op de gelijkgrondse berm. 

Parkeer je of sta je stil op de berm, dan moet je langs de buitenkant altijd minstens 1,5 meter vrijlaten voor de doorgang van voetgangers. Als dat niet kan, dien je gedeeltelijk op de rijbaan te staan. Is er geen berm, dan mag je op de rijbaan staan, tenzij dit wordt verboden (zie punt 3. hieronder).  

Labels