Inbreuken die vallen onder de categorie "vierde graad", zijn :

• de bevelen van een bevoegd persoon negeren.
• een bestuurder aansporen of uitdagen om overdreven snel te rijden.
• links inhalen van een gespan of van een voertuig met meer dan twee wielen bij het naderen van de top van een helling en in bochten, als de zichtbaarheid onvoldoende is, behalve als kan ingehaald worden zonder de doorlopende witte streep te overschrijden die het voor de tegenliggers bestemde deel van de rijbaan aflijnt.
• zich op de overweg begeven als de slagbomen naar beneden zijn of als de rode knipperlichten of het geluidssein werkt.
• een voertuig laten stilstaan of parkeren op overwegen.
• op autosnelwegen en autowegen de dwarsverbindingen gebruiken, keren of achteruit rijden of rijden in tegenovergestelde richting.
• het houden van snelheids- of sportwedstrijden op de openbare weg zonder speciale toelating van de wettelijk gemachtigde overheid.

Enkel personen zonder vaste verblijfplaats in België moeten de boete onmiddellijk betalen via de zogenaamde "onmiddellijke inning".