Verkeersongeval met gewonden: hoe reageren en hulp bieden?

Elke dag vallen er slachtoffers bij verkeersongevallen op onze wegen. Het is best mogelijk dat je als eerste aankomt op de plaats van een ongeval. Wat moet je dan meteen doen? Hoe benader je het voertuig en hoe help je de gewonden?

1. Vermijd bijkomende ongevallen



Op de plaats van een ongeval zijn je eigen veiligheid en de bescherming van de plaats van het ongeval prioritair:

  • Plaats je eigen voertuig indien mogelijk voorbij de plaats van het ongeval. Zet je waarschuwingslichten aan en schakel de motor uit.
  • Doe eerst je retro-reflecterende veiligheidshesje aan en stap dan uit je voertuig. Vraag aan de passagiers om op een veilige plek te wachten; op een autosnelweg is dat achter de vangrail!
  • Waarschuw aankomende bestuurders door een gevarendriehoek te plaatsen vóór het ongeval, op minstens 100 m op een autosnelweg en op minstens 30 m op een gewone weg. 



2. Voorkom brand



Leg in de allereerste plaats de motor van het verongelukte voertuig stil en verzeker je ervan dat het voertuig volledig stilstaat. Neem een brandblustoestel, rook niet en belet ook dat anderen roken:

  • Indien er witte rook vanonder de motorkap komt, dan gaat het hoogstwaarschijnlijk om stoom die vrijkomt uit de beschadigde radiator. Er is dan geen onmiddellijk (brand)gevaar.
  • Indien er zwarte rook en vlammen uit het motorcompartiment komen, richt dan de blusstraal op de basis van de vlammen. Open de motorkap hiervoor slechts op een kier om te vermijden dat een toevoer van lucht een steekvlam zou veroorzaken.
  • Indien het vuur heviger wordt, neem dan geen risico en ga samen met alle aanwezigen op een veilige afstand van het voertuig staan.
  • Indien er witte dampen over de grond kruipen die naar gas ruiken, dan gaat het om een lek van de LPG-installatie en is het risico op een ontploffing reëel. Breng de inzittenden en eventuele omstanders zo snel mogelijk in veiligheid.
  • Indien het voertuig op zijn dak ligt is de kans groot dat er vloeistoffen of gas begint te lekken. Breng dan alle aanwezigen zo snel mogelijk in veiligheid.



3. Maak een balans op van de slachtoffers en bel de hulpdiensten

Korte herinnering: bel 112 als er gekwetsten zijn of als er brand is, bel 101 als er geen gewonden zijn maar de politie wel moet tussenkomen (hindernissen op de weg, risico op bijkemomende ongevallen …).

Om de noodcentrale van het 112-nummer vlot te informeren, moet je voor je belt het exacte adres van het ongeval kennen (geef eveneens de richting van het verkeer op de autosnelweg door). Het is ook noodzakelijk om te weten hoeveel gewonden er zijn en, indien mogelijk, wat hun algemene toestand is. Zijn ze bij bewustzijn? Zijn er kinderen of zwangere vrouwen bij betrokken? Als je snel de plaats van het ongeval overschouwt, zal je je al enig idee kunnen vormen. 



Meld ook als er een vrachtwagen bij het ongeval betrokken is. Als het om een tankwagen gaat, geef dan beide nummers door die op het oranje plaat op de achterkant van het voertuig staan.



Als er slechts één slachtoffer is, dan zal de evaluatie van de vitale functies uiteraard gemakkelijker zijn:



• Is het slachtoffer bij bewustzijn? Ja, als hij of zij de ogen open heeft en eenvoudige vragen kan beantwoorden.



• Ademt het slachtoffer? Ja, als de borstkas op en neer gaat op het ritme van de ademhaling, als je deze hoort of als je dicht bij het gezicht van het slachtoffer bent en de uitgeademde lucht op je wang voelt.

Kijk, luister en voel: kijk of de borstkas omhoog gaat, hou je gezicht dicht bij de mond en luister of je de ademhaling hoort, voel de ademhaling op je wang en voel met de palm van je hand of de borstkas beweegt.

4. Wacht op de komst van de hulpdiensten



Vraag een van de aanwezige personen om eventuele toeschouwers op afstand te houden. Zo zal je meer bewegingsvrijheid hebben om de eerste zorgen toe te dienen in afwachting van de komst van de hulpdiensten.

Bron: Secunews.be

 

 

Je vraag blijft onbeantwoord? Contacteer Lokale Politie Gent via het contactformulier of telefonisch via 09 266 61 11.