Wie met de auto rijdt, moet bij een politiecontrole de vereiste boorddocumenten kunnen voorleggen. Dat zijn: je rijbewijs en identiteitskaart, de groene of witte kaart van je autoverzekering, het inschrijvingsbewijs (‘kentekenbewijs’) van je voertuig, het keuringsbewijs indien het voertuig ouder is dan 4 jaar, en het gelijkvormigheidsattest.