Politieoptreden op de Korenlei – Reactie korpschef Filip Rasschaert

Een koppeltje wordt in het centrum van Gent in elkaar geschopt en beroofd. De politie kan dankzij getuigen snel de verdachten inrekenen en de buit terugvinden. Uiteraard weten we niet wie van de groep verdachten wat exact gedaan heeft. Ook beseffen we zeer goed dat minderjarigen opsluiten bij ons beter kan vermeden worden en dat sinds Salduz de termijnen veel te lang zijn. Maar we doen wat we moeten doen om de maatschappij te beschermen en om aan waarheidsvinding te doen. En we doen dat binnen de regels en mogelijkheden die er zijn.

korpschef Filip Rasschaert

Na heel veel uren werk door heel veel mensen, denken we dus goed politiewerk geleverd te hebben. Intern beslissen we wel om goed na te gaan of we de getrokken lessen van vorige opsluitingen van een groep minderjarigen goed uitgevoerd hebben of niet. Over de feiten communiceren we niet via de (sociale) media.

Een paar dagen later komt het eerste bericht op sociale media over de feiten. Op basis van een mening van een ouder van een opgesloten minderjarige op sociale media, veroordelen velen ons optreden op de Korenlei.

Laat ons misschien allen eerst collectief  en vooral duidelijk stellen dat we het geweld tegen de slachtoffers veroordelen en dat we de slachtoffers steunen en een goed herstel toewensen van wat ze meegemaakt hebben.

We hopen dat het artikel van de ouders van de slachtoffers in de pers (dank voor hun moedige getuigenis) ook minstens nuance kan brengen t.o.v. de beschuldiging  aan het adres van de politie en dat dit artikel evenveel gelezen en gedeeld wordt.

Ondertussen worden ook andere berichten verspreid over wat de politie gedaan zou hebben.

Wij zwijgen uit respect voor het beroepsgeheim, voor de meningen en gevoelens van alle betrokken partijen (ook de gevoelens en twijfels van de ouders van de minderjarigen die werden opgesloten) en vooral ook omdat we menen dat de waarheidsvinding door het parket (over de zware feiten) en door het Comité P (over het politieoptreden) de tijd en de rust moet krijgen vooraleer te besluiten.

Laat ons allen dus vooral ook het parket (en bij uitbreiding gans het gerecht) en het Comité P vertrouwen en de kans geven om hun werk te doen.

Als korpschef garandeer ik dat elke bron, elk mogelijk bewijs, elke aantijging nauwkeurig wordt bijgehouden om de waarheidsvinding toe te laten. Maar het zwijgen is niet gemakkelijk want het lijkt er soms op alsof we opgejaagd wild zijn.

Als korpschef van de Gentse politie stimuleer ik reeds jaren met succes een interne cultuur van professioneel dienen waarbij de bevolking moet weten dat we er zijn om hen te beschermen door criminaliteit met succes aan te pakken. En de bevolking moet ook weten dat we dat doen met veel aandacht voor integriteit en respect. Vooral zijn we er van overtuigd dat we enkel goed kunnen werken als we het vertrouwen van alle gemeenschappen hebben en behouden.

We doen dan ook elke dag ons uiterste best in veelal een zeer moeilijke context. Soms doen we iets minder goed, en soms stellen medewerkers gedrag dat niet past bij ons, en zeker zijn er nog domeinen waar we het collectief beter kunnen doen,

maar altijd gaan we evalueren, bijsturen en leren.

Ik besef ook heel goed het verschil tussen enerzijds “politioneel technisch / wettelijk geen fout maken” en anderzijds “de individuele gevoelens bij personen (en hun naasten)” die met ons repressief optreden in aanmerking komen.

Vaktechnisch heb ik ook reeds in het verleden aangekaart dat de groei in wetgeving ter bescherming van minderjarigen ook nadelen heeft. Vroeger zou de politie waarschijnlijk de groep omsingeld hebben, zouden we  dan op een eerder dwingende manier bepaald hebben wie de slachtoffers geslagen en beroofd hebben, die meegenomen hebben en voor de rest van de groep zouden we enkel de identiteit opgenomen hebben om hen achteraf te horen. Nu worden minderjarigen beschermd in het afleggen van verklaringen zonder het bijzijn van een advocaat, kan de politie niet snel achterhalen wie wat gedaan heeft en worden de termijnen voor het afnemen van alle verklaringen met de advocaten dus veel langer. Het is niet aan mij om te beoordelen of dit goed of minder goed is, maar het is een zekerheid dat daardoor jongeren langer in onze cellen verblijven vooraleer er een beslissing kan genomen worden.

Over het uitkleden of niet voor de veiligheid vooraleer je in een cel gaat, is er ook al veel gezegd en geschreven en deze feiten zullen ook bijdragen tot het debat hierover.De regels hieromtrent zijn niet glashelder en het glashelder maken lijkt mij alvast een onmogelijke zaak. Best worden mensen niet uitgekleed om te weten of ze gevaarlijke voorwerpen bij hebben (aansteker, drugs, touwtje, enz.), maar als je het niet doet mag je er zeker van zijn dat er ernstige incidenten zullen zijn. Mensen steken hun cel in brand, mensen snijden hun pols over met kleine voorwerpen, mensen nemen drugs of andere zaken in als ze het bij hebben, mensen plegen zelfmoord in de cel. En je weet niet wat er omgaat in het hoofd van iemand die opgesloten werd en je kan dus niet voorspellen wat er gaat gebeuren.

En bij elk van die incidenten dienen politiemedewerkers zich te verantwoorden over waarom ze het voorwerp niet gevonden en afgenomen hebben.

In een aantal gevallen zijn er zelfs topmedewerkers die zich in de rechtbank moeten verantwoorden omdat iemand zelfmoord gepleegd heeft onder hun hoede. Een onzekere periode van jaren waarbij uitspraken van advocaten tegen hen zelfs een dermate impact hebben dat ze van functie veranderen om het geen twee keer meer tegen te komen. De veiligheidsfouille wil dus voorkomen dat er dergelijke zware incidenten plaatsvinden in cellen maar heeft inderdaad ook een mogelijke negatieve impact op iedereen die opgesloten wordt en deze fouille ondergaat.

Wat ik vooral sterk hekel is het altijd maar meer en sneller (ver)oordelen op basis van een mening en dat daardoor gevoelens op scherp worden gezet en mensen aangezet worden om voor de ene of de andere “pool” te kiezen.

Kunnen we met betrekking tot dit politieoptreden niet gewoon allen het volgende gemeenschappelijk hebben:

  1. We veroordelen het geweld op het koppel, we wensen hen veel sterkte toe en vooral een herstel van de traumatische gebeurtenis;
  2. We willen dat het gerecht de waarheid kan vinden en dat daders van de feiten op de best mogelijke wijze hun verantwoordelijkheid (moeten) opnemen;
  3. We willen een professionele politie die extra tijd en aandacht besteedt aan jongeren (ook als ze verdacht worden van criminele feiten);
  4. We vinden het belangrijk dat besluiten genomen worden op basis van bewijs en we vertrouwen er op dat de voorziene instanties alles doen om de waarheid te achterhalen.



Filip Rasschaert

Korpschef Politie Gent

Labels