Ik zie een politiehond: hoe handel ik het best?
Wanneer je een politiehond ziet in het openbaar, mag je deze benaderen? Op welke manier doe je dit het best? Waar dien je aandachtig voor te zijn?
De belangrijkste regel
De politiehond is een vierpotige held die al vlug de aandacht van de mensen trekt. Bovendien maakt hij indruk omwille van zijn uiterlijk en zijn voorbeeldige gedrag, hij luistert immers goed naar z’n baasje! Hoewel hij getraind is in gehoorzaamheid is het belangrijk om te weten hoe men zich het best gedraagt tegenover dit dier, zo kunnen ongelukken vermeden worden.
De eerste en belangrijkste regel is heel eenvoudig: benader of raak nooit een hond aan zonder eerst de toestemming van de eigenaar te vragen. Dit geldt trouwens ook voor niet-politiehonden. Zelfs de meest aardige en goed opgevoede hond kan soms raar reageren. Wanneer hij verrast wordt kan hij bijvoorbeeld agressief of defensief uit de hoek komen.
Is het gepast om dichtbij de hond te komen?
Wanneer je ziet dat de hond en zijn geleider een interventie aan het uitvoeren zijn is het beter hen niet af te leiden of te storen. Zo kunnen zij in alle rust hun werk doen zonder afleiding.
Denk eraan dat de politiehond in de eerste plaats een werkhond is en geen huishond. De politiehond is getraind in een gespecialiseerde materie: als patrouillehond, drughond of brandhaarddetectiehond. Wanneer hond en geleider te voet aan het patrouilleren zijn, zijn ze aan het werk. Dit is dus geen wandeling. Ook de hond weet dit heel goed: zijn baasje heeft het uniform aangetrokken, de hond zelf is uitgerust met een halsband of werktuig. Hij is alert en kan ingrijpen wanneer het nodig is.
Wanneer je hond je vergezelt
Het wordt aanbevolen een veiligheidsafstand van 1,5 meter te bewaren tussen je eigen hond en de politiehond. De politiehond is getraind om niet op andere honden te reageren, maar het blijft een dier met eigen emoties en gevoeligheden.
Uiteraard zijn niet alle politiehonden hetzelfde. Sommige zijn geadopteerd of komen uit een gezin dat afscheid van hen nam (omwille van uiteenlopende redenen). Ondanks het feit dat ze samen zijn opgeleid heeft iedere hond een andere achtergrond. Bovendien is, net zoals bij de mensen, de ene hond socialer dan de andere. In alle geval is de geleider degene die zijn hond het best kent. Die zal dus in de eerste plaats al dan niet toestemming geven om dichterbij te komen.
Wanneer je de geleider benadert
Als je om welke reden ook de geleider benadert, voorkom dan steeds dat het duo verrast wordt door je handelingen. Benader hen langs voor, op een rustige manier en vermijd plotselinge bewegingen. Deze kunnen door de hond verkeerd geïnterpreteerd worden en zelfs in sommige gevallen agressie opwekken.
Indien je de geleider aanspreekt doe dit dan kalm. Bewaar tevens een veilige afstand zodat de aangelijnde hond je niet kan bereiken. In het algemeen zal de politiehond geen agressie vertonen, maar zoals eerder gezegd is hij steeds zeer alert en aan het werk. In se mag de hond enkel reageren op bevel van zijn geleider. Hij zal wel snel een gespannen sfeer, kwaadwillige personen of een dreiging detecteren. Al deze situaties kunnen een bepaalde agressiereflex opwekken.
Neem tijdens een gesprek met de geleider niet zelf het initiatief om hem te vragen de hond te aaien. Wacht tot de politieambtenaar je hiertoe zelf uitnodigt. Hij zal dit doen wanneer hij de situatie als veilig inschat. Zo kan de geleider voorzorgsmaatregelen nemen alvorens het contact toe te staan. Een voorbeeld hiervan is het muilkorven van zijn hond.
Tot slot
De politiehond is er voor onze veiligheid. Het is geen gewone gezinshond maar een werkhond. Hij is getraind om een specifieke taak uit te voeren. We zien dit niet steeds in en hebben de natuurlijke reflex om de hond te willen aaien. Gezien de omstandigheden is dit niet gepast en kan het zelfs gevaarlijk zijn. De sleutels tot een veilig contact met hond en geleider zijn: een veilige afstand bewaren, de juiste houding aannemen en steeds toestemming vragen indien je hen wenst te benaderen.
Bron: Secunews