Een boete... wat nu?

Je hebt een boete ontvangen voor een overtreding in het verkeer (foutparkeren, overdreven snelheid,…). Via de post ontvang je dan een afschrift van het proces-verbaal en een antwoordformulier waarmee je eventueel bezwaar kan aantekenen.

Hoe en wanneer betalen?

De onmiddellijke inningen (boetes) worden beheerd door bpost. Zij staan in voor de verzending van de inning en het verzoek tot betaling. Je hebt standaard 10 dagen de tijd om de boete te betalen. Wanneer je niet tijdig betaalt, ontvang je een maand na het eerste overschrijvingsformulier een betalingsherinnering. Deze aanmaning houdt geen rekening met een eventueel ingediend bezwaarschrift. Indien je een bezwaarschrift hebt ingediend, hoef je geen rekening te houden met deze aanmaning.

Niet akkoord? Teken bezwaar aan tegen de boete.

Ben je niet akkoord met de vaststelling van de politie en weiger je de boete te betalen? Dan moet je binnen de 30 dagen na verzending van het verzoek een gemotiveerd bezwaar sturen. Je gebruikt hiervoor het antwoordformulier dat je samen met de boete ontvangen hebt. Dat antwoordformulier vind je op de achterzijde van één van de twee exemplaren van het proces-verbaal dat je ontvangen hebt. Wanneer je bezwaar aantekent tegen een boete, mag je de herinnering tot betaling die je zal ontvangen negeren. Betaal je ondertussen toch, dan wordt er met je bezwaarschrift geen rekening meer gehouden.

OPGELET: Met een bezwaar tegen een boete via het meldpunt van de politie of de ombudsvrouw wordt geen rekening gehouden, je moet het antwoordformulier gebruiken!

Bezwaar aangetekend, en dan?

De politie voegt het bezwaarschrift bij het proces-verbaal en maakt deze documenten over aan het parket, dat zal beoordelen of het bezwaar gegrond is.

Het parket kan twee beslissingen nemen:

Je bezwaar wordt aanvaard, waarop de onmiddellijke schikking wordt geseponeerd.

Je bezwaar wordt niet aanvaard, waarop er een voorstel tot een minnelijke schikking volgt. Het gaat om een voorstel van het parket aan de overtreder om een bepaalde som - 10 euro meer dan de onmiddellijke inning - te betalen en op die manier een einde te stellen aan de vervolging.

Als de overtreder het bedrag van de minnelijke schikking betaalt, wordt de zaak niet verder behandeld door de rechtbank. De overtreder heeft tussen 15 dagen en drie maanden tijd om een minnelijke schikking te betalen. Deze betaling gebeurt eveneens met een overschrijvingsbewijs dat het parket uitstuurt.

Naar de politierechtbank

Als de overtreder noch de onmiddellijke inning, noch de minnelijke schikking betaalt, wordt hij gedagvaard voor de politierechtbank van de plaats waar de overtreding werd begaan. De rechter bepaalt het boetebedrag. Dat varieert van 55 euro tot 2.750 euro, afhankelijk van de ernst van de overtreding.

Dit bedrag kan lager zijn dan het wettelijk minimum als de overtreder zich in een moeilijke financiële situatie bevindt. Het boetebedrag kan zelfs teruggebracht worden naar 5,50 euro als er verzachtende omstandigheden zijn die hiertoe aanleiding geven.

Bij iedere boete komen er nog gerechtskosten en een eventuele bijdrage aan het fonds voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.

Is het interessant de betalingstermijnen te laten verstrijken en je zaak door de politierechtbank te laten beslechten?

Naar de rechtbank stappen heeft maar zelden nut als vooraf een minnelijke schikking werd voorgesteld (want er werd niet ingegaan op de opmerkingen die je reeds gegeven hebt).

Wat betreft de bewijskracht van het proces-verbaal, is het uiterst moeilijk - zo niet onmogelijk - om dit onderuit te halen. De bewijskracht staat namelijk vast tot het tegendeel bewezen is!

Een politierechtbank zal er steeds van uitgaan dat wat een proces-verbaal vastlegt ,met de werkelijkheid overeenstemt. Ook vaststellingen met onbemande camera's hebben bewijskracht.

Het heeft dus weinig zin om de inbreuk zonder ernstige tegenbewijzen te betwisten voor de politierechter (net zo min als in de fase van de minnelijke schikking).

Een ernstig tegenbewijs kan zijn: Je hebt een document in je bezit waaruit blijkt dat je auto nog voor de overtreding gestolen was of je hebt een getuigenis van een persoon die toegeeft dat hij op het ogenblik van de feiten met jouw auto reed.

De politierechter is verplicht de straffen op te leggen die in de wet zijn bepaald, met dien verstande dat hij uiteraard mag vrijspreken wanneer de inbreuk niet bewezen is. Het gemiddeld tarief van de politierechters voor een overtreding van de derde graad (bijv. door het rode licht rijden) bedraagt tussen 440 euro en 550 euro terwijl je er bij een minnelijke schikking met 165 euro vanaf bent.

Wie voor de politierechter moet verschijnen, moet meer dan alleen een boete betalen. Bij een gebeurlijke veroordeling moeten ook volgende kosten betaald worden:

De kosten van het proces (bijvoorbeeld 34,47 euro bij een vordering voor de politierechtbank jegens een overtreder).

Een solidariteitsbijdrage van 137,50 euro wanneer een boete van 26 euro en meer wordt uitgesproken.

25 euro vaste kosten.

Daarbovenop komt nog het eventuele ereloon van de raadsman - al snel 250 euro - voor wie zich door een advocaat laat verdedigen.

Labels