Criminaliteit in Gent terug op pre-corona niveau

Na twee ‘coronajaren’ kwam de criminaliteit in Gent in 2022 met 31.640 feiten min of meer terug op het niveau van vóór de coronacrisis. Maar ten opzichte van 2019 zijn er in de criminaliteitscijfers van 2022 wel een aantal belangrijke verschuivingen waar te nemen.

eedaflegging Gentse flikken onder de stadshal

Fietsdiefstal en bedrog nemen toe, net zoals opzettelijke slagen en verwondingen, binnen en buiten de familie. Cybercrime blijft verder doorstijgen. Ook het aantal verkeersongevallen met gewonden blijft verontrustend hoog.

Context van de cijfers

De interpretatie van de cijfers moet zoals steeds met de nodige omzichtigheid gebeuren. De cijfers zijn een weergave van vastgestelde en geregistreerde feiten – factoren zoals aangiftebereidheid, de keuze van prioritaire fenomenen door de politie en de wijze van registratie spelen daarin een belangrijke rol. De afgelopen jaren hadden de coronapandemie en de daarmee gepaard gaande handhavingsmaatregelen ook een grote invloed op de cijfers.

De cijfers die we hier gebruiken zijn alle feiten met Gent als pleegplaats, aangeleverd op basis van het federale rapportagesysteem en met als meetmoment eind februari 2023 voor de feiten die plaatsvonden in 2022.

Terug naar niveau 2019 – impact corona verwaarloosbaar

In 2022 werden 31.640 criminele feiten geregistreerd. Als we dat aantal vergelijken met de 33.347 feiten in het ‘normale’ jaar 2019 kunnen we stellen dat de criminaliteit in Gent in 2022 terug min of meer op het niveau staat van vóór de coronacrisis.

In 2021 namen de corona-inbreuken nog 11% van de geregistreerde criminaliteit voor hun rekening. In 2022 gaat het nog om 51 feiten – op een totaal van 31.640 is dit volledig verwaarloosbaar.

Gezien de grote impact van de coronacrisis in 2020 en 2021 is het correcter om de criminaliteitscijfers van 2022 te vergelijken met die van het ‘normale’ jaar 2019.

Meer fietsdiefstallen – minder andere voertuigdiefstallen

Het aantal fietsdiefstallen kende een sterke stijging. In 2019 noteerden we 2.623 feiten, in 2022 waren er dat 3.240 – goed voor een stijging van 617 feiten of 24%. En dit ondanks de vele inspanningen, zowel op preventief als op repressief vlak. Fietsen worden vooral gestolen op plaatsen waar grote fietsstallingen en -parkings zich concentreren – dus vooral rond de treinstations, studentenhomes en onderwijsgebouwen. Het valt ook op dat het aandeel van elektrische fietsen steeds groter wordt. In 2019 was 10% van de gestolen fietsen elektrisch, in 2022 was dat 19% of bijna 1 op 5.

Alle andere voertuigdiefstallen zijn gedaald sinds 2019. De bromfietsdiefstallen daalden van 164 in 2019 naar 152 in 2022. De autodiefstallen daalden van 123 in 2019 naar 96 in 2022. De motodiefstallen daalden maar liefst met 33 feiten of 69%: van 48 feiten in 2019 naar 15 in 2022.

Ook het aantal autokraken daalde licht: van 1.214 feiten in 2019 naar 1.133 in 2022. De meest voorkomende voorwerpen die uit auto’s gestolen werden waren geld, bankkaarten, officiële documenten (zoals rijbewijs, identiteitskaart, boorddocument) en computer en toebehoren.

Meer grijpdiefstallen – minder zakkenrollerij en diefstallen met geweld

Het aantal grijpdiefstallen steeg van 164 feiten in 2019 naar 176 in 2022. De andere vormen van diefstal op straat of in het openbaar kenden in 2022 een daling ten opzichte van 2019. De diefstallen met geweld zonder wapen daalden van 427 feiten in 2019 naar 372 in 2022 – dat is een daling van 55 feiten of 13%. Bij de gewapende diefstallen noteerden we ook een daling van 77 feiten in 2019 naar 48 in 2022.

Ook de zakkenrollerij kende een daling van 1.003 feiten in 2019 naar 883 in 2022 – dat is een daling van 120 feiten of 12%.

Het aantal winkeldiefstallen kende een status quo met 1.298 feiten in 2019 en 1.255 feiten in 2022. Opvallend is wel dat er vroeger vooral luxeproducten zoals laptops en smartphones gestolen werden – nu gaat het meer om voeding en basisproducten.

Preventie woninginbraken loont

Het aantal woninginbraken kende een status quo met 1.221 feiten in 2019 en 1.178 in 2022. Opmerkelijk is de verhouding tussen het aantal pogingen en het aantal voltrokken feiten. In 2019 waren de voltrokken feiten nog goed voor 67%  van de geregistreerde woninginbraken – bij 33% ging het om pogingen. In 2022 werd het aandeel van de pogingen nog groter: 43% van de geregistreerde woninginbraken waren pogingen, 57% waren effectieve feiten.

Dit kan waarschijnlijk verklaard worden door het feit dat de woningen beter beveiligd zijn en dat ons Bureau Politionele Misdrijfpreventie goed werk levert. Het Bureau Politionele Misdrijfpreventie (BPM) verstrekte in 2022 683 preventieadviezen aan bewoners van particuliere woningen (waarvan 448 tijdens hercosi’s = ‘hercontactname met slachtoffer van inbraak’) en 39 aan eigenaars van andere gebouwen. Daarnaast voerden de collega’s van het BPM ook 1.938 speed-DPA’s uit.

Ten opzichte van 2019 kenden de inbraken in bedrijven of handelszaken en in openbare of overheidsinstellingen een daling in 2022. De inbraken in bedrijven of handelszaken daalden van 272 in 2019 naar 189 in 2022. Voor openbare of overheidsinstellingen daalde dit cijfer licht van 121 in 2019 naar 109 in 2022. Bij de openbare of overheidsinstanties zijn vooral recreatieve, onderwijs-, welzijns- en gezondheidsinstellingen het slachtoffer.

Bedrog en oplichting stijgen

De feiten van bedrog namen sinds 2019 terug toe: in 2019 registreerden we 1.929 feiten, in 2022 noteerden we 2.013 feiten van bedrog. Dat is een stijging van 84 feiten of 4%. De meeste bedrogfeiten vallen onder de noemer ‘oplichting’. De oplichtingsfeiten volgden dezelfde stijgende trend: van 1.166 feiten in 2019 naar 1.215 in 2022 of een stijging van 49 feiten of 4%.

CYPA’s binden strijd aan met cybercrime

De criminaliteit met een ICT- of online element blijft exponentieel toenemen: van 1.723 feiten in 2019 naar 2.886 in 2022 – een stijging van 1.163 feiten of maar liefst 67%. Het aantal 2.0-misdrijven – zoals informaticacriminaliteit en oplichting via internet – blijft dus erg hoog. We kunnen zelfs stellen dat we in 2022 meer feiten van cybercrime dan drugsfeiten geregistreerd hebben. Vooral bedrog, oplichting en fraude door middel van informatica of het internet maken hier een essentieel onderdeel van uit.

Om een antwoord te kunnen bieden op dit fenomeen startten we eind september 2021 cybercrime preventieadviezen op. Cybercrime preventieadviseurs (de zogenaamde CYPA’s van het Bureau Politonele Misdrijfpreventie) geven Gentenaars face-to-face en gepersonaliseerd advies over hoe ze zich beter online kunnen beveiligen. In 2022 voerden ze maar liefst 342 cybercrime preventieadviezen uit. Naast deze adviezen gaven de collega’s van het BPM in de loop van 2022 14 voordrachten ‘Veilig uit en thuis’ aan groepen senioren waarbij ook online veiligheid uitgebreid aan bod komt. Door middel van een artikel in het Stadsmagazine, posts op sociale media, een nieuwe flyer en een vernieuwde cadeaubon probeerden we in 2022 de CYPA’s meer bekendheid te geven. Ook in 2023 willen we verder inzetten op het promoten van de CYPA’s en hun cybercrime preventieadviezen.

“We roepen op om bijzonder waakzaam te zijn voor cybercriminaliteit zoals phishing of factuurfraude. Neem bij twijfel steeds contact op met je bank. Je kan niet voorzichtig genoeg zijn.” – Mathias De Clercq, burgemeester

Meer aantastingen seksuele integriteit, minder verkrachtingen

Het totaal aantal zedenfeiten kende een status quo: in 2019 registreerden we 610 zedenfeiten, in 2022 waren er dat 588. Binnen de detailcijfers zien we echter wel een aantal tendensen. Zo nam het aantal geregistreerde aantastingen van de seksuele integriteit toe: van 169 feiten in 2019 naar 241 in 2022. Ook het voyeurisme kende een stijging: van 41 feiten in 2019 naar 58 in 2022. Het aantal verkrachtingen nam af: van 187 feiten in 2019 naar 148 in 2022.  

Omwille van de grote emotionele impact op de slachtoffers blijven we in ons korps hard inzetten op zedenfeiten. Met de komst van het Zorgcentrum na Seksueel Geweld binnen het UZ Gent, ondertussen al vijf jaar geleden, kunnen slachtoffers van zedenfeiten op één plaats hun verhaal kwijt, zorg krijgen en aangifte doen. Dat is een grote meerwaarde. Uit de cijfers van het ZSG blijkt dat 65% van de slachtoffers die bij het centrum aankloppen beslist om ter plekke klacht in te dienen. En dat is net de bedoeling van het zorgcentrum: slachtoffers vinden sneller de weg naar politie en hulp.

Meer intrafamiliaal geweld

In 2022 kende het intrafamiliaal geweld een stijging ten opzichte van 2019 – van 1.197 feiten naar 1.428. Dat is een stijging van 231 feiten of 19%. Deze stijging was vooral vast te stellen bij geweld binnen het koppel – van 936 feiten naar 1.070, een stijging van 134 feiten of 14%. Vooral het psychisch geweld binnen het koppel volgde deze stijgende trend – van 323 feiten in 2019 naar 434 in 2022. Maar ook de andere vormen van geweld binnen het koppel – fysiek, economisch en seksueel geweld kenden een lichte stijging.

Ook het geweld tegen afstammelingen (kinderen en kleinkinderen) kende een stijging – van 101 feiten in 2019 naar 158 in 2022. Het geweld tegen andere leden van de familie nam ook toe van 160 in 2019 naar 200 in 2022, een stijging van 40 feiten of 25%.

In 2022 waren er 30 slachtoffers van (ex-)partnergeweld aangesloten op het mobiel stalkingalarm (MSA). Eind 2022 waren dat nog 19 actueel lopende dossiers. In de loop van 2022 kreeg ons korps 10 effectieve alarmen binnen. Als we deze cijfers zien mogen we besluiten dat het MSA, waarvoor de Gentse politie pilootproject is, nuttig en essentieel is voor de veiligheid en voor het veiligheidsgevoel van de slachtoffers. Ondertussen werkt ons korps mee aan de voorbereidingen van de nationale uitrol van het MSA door middel van de ontwikkeling van een handleiding, het uitwerken van opleidingen, enz.

“We zijn blij met de inspanningen van de afgelopen drie jaar inzake de aanpak van intrafamiliaal geweld – ons korps zal haar trekkersrol hierin ook blijven uitoefenen. We kijken dan ook uit naar de komst van het Family Justice Center Oost-Vlaanderen. Momenteel worden de eerste stappen voor de uitbouw hiervan gezet door Vlaanderen, de steden en de politiediensten. Ook hier zetten wij mee onze schouders onder. Alle extra middelen in de strijd tegen intrafamiliaal geweld zijn immers meer dan nodig.” – Filip Rasschaert, korpschef

In een Family Justice Center (FJC) staat de multidisciplinaire aanpak van intrafamiliaal geweld centraal. Dat wil zeggen dat alle relevante (hulp)diensten onder één dak samenwerken: politie en justitie maar ook algemeen welzijnswerk, specifieke jeugdhulpverlening, psychologen, artsen en advocaten. Het FJC focust op gezinnen waar geweld frequent voorkomt, waar er sprake is van een meervoudige problematiek en waar de veiligheid van directe en indirecte slachtoffers (bv. kinderen die getuige zijn van geweld) in het gedrang komt.

Meer slagen en verwondingen

Ook het aantal feiten van slagen en verwondingen buiten de familie steeg van 2.208 in 2019 naar 2.338 in 2022 – een stijging van 130 feiten of 6%.

Het geweld tegen beroepen van algemeen belang steeg van 126 feiten in 2019 naar 139 in 2022. Het gaat hierbij vooral om personeel van openbaar vervoer, onderwijspersoneel en politiepersoneel. Het geweld tegen politiepersoneel kende met 39 feiten in 2022 wel een status quo ten opzichte van 2019.

Apart loket haatmisdrijven werpt vruchten af

In oktober 2021 startte ons korps met een apart onthaal op afspraak voor aangiftes van haatmisdrijven – zo wilden we slachtoffers de kans geven om op een laagdrempelige manier aangifte te doen. Het aparte loket werpt duidelijk zijn vruchten af.

In 2022 werden er door ons korps 73 pv’s rond haatmisdrijven opgesteld. In vergelijking met 2019 is dit een verdubbeling. Toen werden er in totaal 35 pv’s rond haatmisdrijven opgemaakt. Ongeveer de helft van de pv’s kwam in 2022 tot stand via het loket haatmisdrijven – de andere helft gebeurde via het gewone onthaal of na een tussenkomst van een interventieploeg.

De 73 pv’s kunnen als volgt onderverdeeld worden:

Racisme: 42

Holebifobie: 14

Gendergerelateerd geweld: 9

Trans- en interseksefobie: 2

Seksisme: 4

Discriminatie op basis van handicap: 2

In 2022 werden 56 afspraken bij het loket haatmisdrijven vastgelegd – dat is een gemiddelde van één per week. Het grootste deel van de afspraken (namelijk 46) werd online vastgelegd. Uiteindelijk hebben de 56 afspraken bij het loket haatmisdrijven geleid tot 33 pv’s met onderstaande onderverdeling:

Racisme: 15

Seksisme: 3

Gendergerelateerd geweld: 7

Holebifobie: 6

Transfobie en interseksefobie: 2

Minder drugsdelicten geregistreerd

In 2022 registreerden we veel minder drugs gerelateerde feiten: van 4.053 in 2019 naar 2.901 in 2022. De daling is terug te vinden in alle categorieën: bezit, handel, gebruik, in- en uitvoer en fabricatie. Deze sterke globale dalende trend wordt echter tegengesproken door onze drugscoördinator en andere medewerkers op het terrein. Het is niet omdat er minder drugsfeiten geregistreerd worden, dat er minder drugs circuleren. Zij zagen na corona de drugproblematiek in de stad opnieuw erg groot worden. Ze zien een duidelijke shift naar grotere hoeveelheden, nieuwe soorten drugs (vooral amfetamines), meer designer drugs en minder heroïne. De drugscriminaliteit is ook veel meer en beter georganiseerd maar ook meer zichtbaar op straat.

Minder overlast

GAS-registraties gebeuren niet alleen door de politie maar ook door de Gemeenschapswacht en controleurs Milieutoezicht van de Stad Gent. De cijfers die hier opgenomen zijn, omvatten enkel de politionele vaststellingen van niet-verkeersfeiten. Met 4.135 feiten kwamen ook de GAS-registraties van de politie in 2022 min of meer terug op hetzelfde niveau als in 2019 (4.015 feiten).

In 2022 tekenden we ongeveer evenveel registraties van wildplassen op als in 2019 – in 2019 waren het er 1.562, in 2022 1.552. Dat er in 2022 voor het eerst na 2019 terug volwaardige Gentse Feesten georganiseerd werden heeft daar alles mee te maken. In juli 2022 werden maar liefst 986 feiten van wildplassen geregistreerd – goed voor 64% van het totaal aantal GAS-registraties van wildplassen in 2022.

Nu het nachtleven in de Overpoortbuurt ook terug ‘open’ is nam de overlast daar ook weer toe, vooral in de vorm van overtredingen tegen het glasverbod. In 2019 stelden we 153 inbreuken vast, in 2022 waren dat 230 inbreuken – goed voor een stijging van 77 feiten of 50%.

Het aantal registraties van nachtlawaai kende echter een daling. In 2019 registreerden we 742 feiten, in 2022 569. Dat is een daling van 173 feiten of 23%.

Het aantal registraties voor sluikstorten steeg van 707 feiten in 2019 naar 800 in 2022 – een stijging van 93 feiten of 13%.

Het Overlastteam kon in 2022 478 sluikstorters identificeren. 380 daders konden geïdentificeerd worden na het doorzoeken van het sluikstort, samen met partner Ivago. 24 daders werden op heterdaad betrapt tijdens anonieme observatie-acties zonder camera. Daarnaast konden 74 daders geïdentificeerd worden dankzij onze camera’s.

Ook het Parket Oost-Vlaanderen gaf een duidelijk signaal met hun themazitting sluikstorten in oktober 2022. Daar werden 6 zaken behandeld en waren er 8 vonnissen. 4 sluikstorters werden veroordeeld tot het betalen van een geldboete tussen 2.400 en 4.000 euro. 2 beklaagden werden veroordeeld tot een gevangenisstraf en een geldboete tussen 800 en 4.000 euro. 1 beklaagde werd veroordeeld tot een werkstraf van 80 uur. 1 sluikstorter kreeg opschorting van straf.

Verkeersveiligheid en -leefbaarheid blijven prioriteit

Elk verkeersongeval is er één te veel – daarom blijven Politie Gent en Stad Gent maximaal inzetten op verkeersveiligheid. Inzake snelheid richtten we ons vooral op ‘ongevalsgevoelige’ locaties, de zone 30 in schoolomgevingen en de zogenaamde ‘klachtlocaties’. Anderzijds werd opnieuw veel aandacht besteed aan het verhogen van de pakkans inzake alcohol / drugs in het verkeer en andere verkeersinbreuken.

Hardrijders blijven in het vizier

In 2022 werden 64.192 snelheidsovertredingen geregistreerd. Dat zijn er een pak minder dan de 90.093 in 2019 – een daling van 25.901 feiten of 29%. Een kleine helft van de snelheidsovertredingen in 2022 werd vastgesteld door bemande camera’s (NK7) – goed voor 28.928 registraties. De onbemande camera’s stelden in 2022 33.998 overtredingen vast – daarvan werden 4.769 snelheidsinbreuken of 14% geregistreerd door onze mobiele ‘superflitspaal’, de Lidar. De trajectcontrole die sinds eind september 2022 op de Brusselsesteenweg operationeel is registreerde 1.266 snelheidsinbreuken.

Als je een globaal overzicht neemt van het aantal controles, passages en overtredingen kan je vaststellen dat de overtredingsgraad inzake snelheid voor de onbemande vaste camera’s erg laag is en blijft – in 2022 hadden de onbemande vaste camera’s een overtredingsgraad van 0,22%. De overtredingsgraad voor de Lidar neemt gestaag af – in 2022 bedroeg de overtredingsgraad 1,08%. Voor de bemande camera’s (NK7) is de overtredingsgraad min of meer stabiel met een coëfficiënt van 12,45% in 2022.

In de aanpak van de snelheidsovertredingen zijn er alvast concrete plannen om nog beter en nauwer te gaan samenwerken met het Mobiliteitsbedrijf. Zo zullen we samen nog gerichter aan verkeersveiligheid in Gent werken.

Minder verkeersinbreuken – in voetgangers- en fietsstraten kan het beter

Ook de andere verkeersinbreuken kenden in 2022 een daling sinds 2019. Dat geldt ook voor het rijden onder invloed. Het rijden onder invloed van alcohol daalde van 1.646 feiten in 2019 naar 725 in 2022 – dat is een daling van 921 feiten of 56%. Het aantal feiten van rijden onder invloed van drugs daalde van 474 in 2019 naar 296 in 2022 – een daling van 178 feiten of 38%.

Ook het aantal parkeerovertredingen kende een daling: van 29.311 feiten in 2019 naar 22.231 in 2022 – een daling van 7.080 feiten of 24%.

Het aantal vaststellingen van het niet dragen van de gordel (of vastklikken van het kinderzitje) kende eveneens een daling: van 1.869 inbreuken in 2019 naar 1.511 in 2022.

Het aantal vaststellingen van gsm-en achter het stuur volgde dezelfde dalende trend van 2.401 feiten in 2019 naar 2.244 in 2022.

Ook de inbreuken inzake boorddocumenten namen af maar toch blijven deze cijfers verontrustend hoog. In 2022 registreerden we 1.220 bestuurders die niet in regel waren met het rijbewijs. 484 bestuurders beschikten niet over de nodige verzekering. 502 bestuurders waren niet in regel met de inschrijving. En we noteerden maar liefst 1.615 inbreuken tegen de technische vereisten.

In 2022 werden 21 acties in voetgangersstraten georganiseerd. Hierbij werden 498 bestuurders geverbaliseerd voor het negeren van de verboden toegang in beide richtingen voor iedere bestuurder. De voetgangersstraat Langemunt spande hierbij de kroon met 207 overtredingen.

Daarnaast werden er in 2022 53 controleacties in de fietsstraten uitgevoerd. 129 bestuurders werden geverbaliseerd omdat ze het inhaalverbod of de minimale onderlinge afstand van 1 meter negeerden.

Nog steeds veel verkeersongevallen met gewonden 

In 2022 noteerden we 1.256 verkeersongevallen met gewonden. Hiermee zitten we terug min of meer op het niveau van het ‘normale’ jaar 2019, toen noteerden we 1.231 verkeersongevallen met gewonden.

In 2022 vielen 7 verkeersdoden. Onder de slachtoffers bevonden zich 2 fietsers, 2 voetgangers en 3 autobestuurders.

105 verkeersslachtoffers werden zwaargewond. 54 daarvan waren fietsers: 30 reden met een gewone fiets, 21 met een elektrische fiets en 3 met een speed pedelec. Daarnaast werden ook 17 voetgangers, 13 autobestuurders of –passagiers en 15 motor- of bromfietsers zwaargewond.

Ook onder de lichtgewonden vinden we vooral fietsers: 670 op een totaal van 1.329. 1/4 reed met een elektrische fiets. Daarnaast werden 127 voetgangers, 254 autobestuurders of –passagiers  en 195 motor- of bromfietsers lichtgewond.

De straten met de meeste verkeersongevallen met gewonden zijn Brusselsesteenweg, Rooigemlaan, Kortrijksesteenweg en Antwerpsesteenweg.

Ook in het tijdstip van de verkeersongevallen is een duidelijke tendens te onderscheiden. De meeste ongevallen gebeuren op dinsdag, woensdag en donderdag tussen 10.00 en 16.00 uur en op dinsdag en vrijdag tussen 16.00 en 20.00 uur.

Daarnaast valt ook op dat er in 12% van de ongevallen met lichamelijk letsel één of meerdere betrokkenen onder invloed van alcohol was. Bij 17% van de ongevallen met gewonden werd vluchtmisdrijf gepleegd.

En wat met het subjectieve (on)veiligheidsgevoel van de Gentenaar?

Eind 2022 werden de resultaten bekendgemaakt van de Veiligheidsmonitor 2021 – een grootschalig bevolkingsonderzoek van de Federale Politie in samenwerking met de Lokale Politie, de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en lokale overheden. In het kader van dit onderzoek werden ook 1.140 respondenten uit Gent bevraagd over buurtproblemen, (on)veiligheidsgevoel, slachtofferschap, aangiftebereidheid en politiewerking.

Uit de resultaten blijkt dat de Gentenaar vooral onaangepaste snelheid in het verkeer, sluikstorten, verkeersagressie en fietsdiefstal als de grootste buurtproblemen beschouwt. In Gent vindt men fietsdiefstal een groter probleem dan in de andere grootsteden. Maar alle andere buurtproblemen, ook woninginbraken, worden in Gent minder groot ingeschat dan in de andere grootsteden.

De Gentenaar voelt zich wel wat minder veilig in zijn buurt dan vroeger. De groep inwoners die zich in Gent altijd of vaak onveilig voelt is gegroeid: van 6,3% in 2018 naar 8,4% in 2021. Maar die groep is en blijft klein. Die groep is trouwens beduidend kleiner dan in de andere grootsteden, waar gemiddeld 15,04% van de inwoners zich altijd of vaak onveilig voelt. De ruime meerderheid van de bewoners vindt Gent een veilige stad. Wanneer men zich onveilig voelt heeft dit vooral te maken met verkeersonveiligheid zoals onaangepaste snelheid en verkeersagressie.

De moderne technologische ontwikkelingen kleuren duidelijk het slachtofferbeeld. Bijna 1 op 2 respondenten geeft aan de laatste 12 maanden het slachtoffer te zijn geweest van phishing en bijna 1 op 3 was slachtoffer van oplichting via het internet. 1 op 8 was slachtoffer van fiets-of stepdiefstal. De graad van slachtofferschap van phishing en fiets- of stepdiefstal is in Gent wel groter dan in de andere grootsteden.

3 op 4 slachtoffers van woninginbraak doen aangifte. Voor fiets- of stepdiefstal is dat slechts 1 op 3 slachtoffers. Als men geen aangifte doet is dit vaak omdat men denkt dat het feit niet ernstig of belangrijk genoeg is of omdat men denkt dat aangifte doen niet helpt.

Het (preventieve) dienstenaanbod van de Gentse politie is relatief goed gekend bij de inwoners maar het kan natuurlijk altijd nog beter. 1 op 2 Gentenaars kent het gratis vakantietoezicht, 1 op 3 het gratis diefstalpreventieadvies en 1 op 5 de fietsmarkeeracties. De mogelijkheid om online aangifte te doen via police-on-web is gekend bij de helft van de Gentenaars. 40% van de inwoners kent het aanbod van slachtofferbejegening.

68% van de Gentenaars is tevreden tot heel tevreden over het politiewerk van het Gentse korps in het algemeen. Die score ligt toch zo’n 10% hoger dan in de andere grootsteden. Hetzelfde geldt voor de houding en het gedrag ten aanzien van de bevolking. 67% van de Gentenaars is daar tevreden tot heel tevreden over. In de andere grootsteden is dat 59%. Ook voor de andere categorieën ligt de tevredenheid van de Gentenaars over het politiewerk van het Gentse korps telkens iets hoger dan in de andere grootsteden.

Hoewel 1 op 2 respondenten aangeeft dat hij / zij de buurtinspecteur niet kent, is deze groep de afgelopen jaren toch wat kleiner geworden. De relatieve onbekendheid van de buurtinspecteur hoeft op zich ook niet problematisch te zijn. Want 6 op 10 respondenten stellen dat zij ‘enkel in geval van problemen’ een beroep zouden willen kunnen doen op hun buurtinspecteur.

Labels