Vanaf 1 oktober wettelijk kader voor elektrische fietsen

Elektrische fietsen worden steeds populairder. Met een elektrische fiets lijkt het alsof je constant met de wind in de rug fietst, wat aangenamer trappen is. Deze fietsen zijn niet enkel populair bij ouderen die minder mobiel zijn of wat extra trapkracht willen. Ook steeds meer jonge mensen kopen een elektrische fiets om sneller en comfortabeler naar het werk te kunnen gaan.

verkeersbord

Net omdat elektrische fietsen zo populair geworden zijn, is een goed wettelijk kader nodig. Vanaf 1 oktober 2016 zullen er 3 categorieën elektrische fietsen onderscheiden worden:

  • Fietsen met een elektrische hulpmotor: (≤ 250W en ≤ 25 km/u) beschikken enkel over trapondersteuning en hebben geen gelijkvormigheidsattest nodig. Bij deze 'conventionele' elektrische fietsen geeft de motor enkel aandrijfkracht wanneer de bestuurder actief trapt.
  • Gemotoriseerde fietsen: (≤ 1000W en ≤ 25 km/u) beschikken altijd over trapondersteuning maar kunnen ook zijn uitgerust met een motor die aandrijfkracht kan geven zonder dat de bestuurder actief trapt. Voor deze elektrische fietsen geldt een minimumleeftijd van 16 jaar. Voor deze categorie is een gelijkvormigheidsattest nodig. Dit attest waarborgt dat het voertuig met de Europese technische voorschriften overeenstemt. Dit document moet men op een veilige plaats bewaren, maar moet men niet op zak hebben bij verplaatsingen. Wanneer de motor ook aandrijfkracht kan geven zonder trappen, is er ook een verzekering nodig.
  • Speed pedelecs: (≤ 4000W en ≤ 45 km/u) zijn snelle elektrische fietsen waarbij de trapondersteuning niet stopt bij 25 kilometer per uur. Door zelf mee te trappen, kan de bestuurder snelheden tot 45 kilometer per uur halen. Speed pedelecs vallen daarom niet in de categorie van de 'fietsen' maar in die van de 'bromfietsen'. Aangezien deze 'fietsen' beschouwd worden als 'bromfietsen', gelden ook de verkeersregels voor bromfietsen. Zo is er een (brom)fietshelm en een rijbewijs nodig. Ze moeten ook ingeschreven worden bij de DIV en een speciale, kleinere nummerplaat hebben. De speed pedelec kan ook worden aangeduid op verkeersborden. Dit gebeurt door het symbooltje van een bromfietser met de letter "P" eronder.

Voor de 'conventionele' elektrische fietsen verandert er dus niets op 1 oktober. Enkel mensen die met een snelle e-bike of speed pedelec rijden, hebben vanaf 1 oktober een rijbewijs (voor bromfiets of auto), inschrijving en nummerplaat nodig. Een verzekering is enkel nodig voor fietsen die een motor hebben die autonoom kan werken zonder dat de bestuurder trapt.

Meer informatie en een duidelijk schema vind je terug op de website van FOD mobiliteit. http://mobilit.belgium.be/nl/wegverkeer/inschrijving_van_voertuigen/kentekenplaten/elektrische_fietsen

 

Labels